Waarom wil de gemeente duurzaam en klimaatbestendig (ver)bouwen en ontwikkelen?
Hoe we onze omgeving inrichten is van groot belang voor de mensen die in de gemeente wonen, werken en recreëren. Daarom werken we als gemeente Gooise Meren graag samen met onze inwoners, ondernemers en bedrijven om die leefomgeving duurzaam en klimaatbestendig te maken.
In nieuwbouwwoningen wordt al steeds meer rekening gehouden met duurzaamheid, bijvoorbeeld door huizen goed te isoleren. Maar er zijn veel meer maatregelen die onze gebouwen duurzamer kunnen maken, zoals bijvoorbeeld het aanleggen van een groen dak. Ook in de bestaande bouw is er nog veel verbetering mogelijk. Vaak besparen deze maatregelen ons op de langere termijn geld en maken ze onze leefomgeving mooier en gezonder.
Het toepassen van duurzame en klimaatbestendige (bouw)maatregelen vraagt een andere manier van kijken naar de inrichting van een gebied, de materiaalkeuzen en de energie- en watersystemen. Wanneer je de toepassingen vanaf het begin van het project meeneemt, hoeft dat ook niet duurder te zijn. Het moment dat er plannen ontstaan voor een bouw-, verbouw- en ontwikkelproject is dus hét moment om de mogelijkheden te verkennen.
Op deze pagina leest u meer over de vijf thema’s die de Gemeente Gooise Meren belangrijk vindt voor duurzaam en klimaatbestendig verbouwen: hitte, stedelijk water, energie, materialen en biodiversiteit.
Hitte
Door klimaatverandering wordt het warmer. Niet alleen de gemiddelde temperatuur stijgt, ook de extremen nemen toe. Dit betekent dat het vaker heet zal worden in de zomer, en dat het minder koud wordt in de winter.
Temperatuurstijging betekent niet alleen ‘lekker weer’ in de zomer. Hitte is een gezondheidsrisico voor kwetsbare groepen. Aanhoudende hitte kan leiden tot klachten als vermoeidheid, concentratieproblemen en hoofdpijn. Vooral jonge kinderen en ouderen zijn kwetsbaar voor deze hittestress.
Door de hogere temperaturen is er meer behoefte aan verkoeling in de zomer. De energie die in 1 jaar nodig is om gebouwen te verkoelen kun je uitdrukken in koelgraaddagen. In het huidige klimaat tellen we gemiddeld 11 koelgraaddagen per jaar, door klimaatverandering ligt het aantal koelgraaddagen in 2050 naar verwachting op 23 tot 49 dagen per jaar.
Om hitte te beperken in en om gebouwen te zijn er verschillende maatregelen mogelijk:
- Verdamping vergroten met groen en waterpartijen
- Schaduw creeren en hitte weren met bijvoorbeeld bomen of zonwering
- Beperken warmte absorptie/vergroten reflectie door bijvoorbeeld lichtgekleurde materialen te gebruiken.
- Hitte en koelte hergebruiken bijvoorbeeld door middel van koud-warmte opslag
Stedelijk water
Al het water dat door stedelijk gebied loopt, is onderdeel
van het stedelijk watersysteem. Denk aan beken, rivieren, sloten, greppels binnen de bebouwde omgeving, maar ook het rioolsysteem en het grondwater horen bij het stedelijk watersysteem. Als dit systeem niet goed werkt, kan er snel
wateroverlast ontstaan. Klimaatverandering maakt de kans op wateroverlast nog groter. Daarom is het belangrijk dat ons stedelijk watersysteem zo goed mogelijk werkt. Maar hoe zorgen we daarvoor?
Hoe zorgen we voor een goed werkend watersysteem?
Belangrijk is zoveel mogelijk het natuurlijke watersysteem te volgen. In een natuurlijke situatie valt regenwater op onze bodem, waar het verdampt, door planten wordt opgenomen of wegzakt in de bodem. Dit proces volgen we waar mogelijk. We hebben bij de inrichting van de bebouwde omgeving voorkeur voor deze volgorde van aanpak: regenwater benutten, vasthouden, bergen, afvoeren. Ingrepen die dit systeem verstoren, zoals regenwater snel afvoeren of de bodem draineren, willen we beperken.
Waarom is het goed om de voorkeursvolgorde aan te houden?
De voorkeursvolgorde zorgt ervoor dat water veel geleidelijker wordt afgevoerd. Het wegzakkende water zorgt voor een natuurlijke schommeling van het grondwaterpeil en een geleidelijke toestroom van grondwater naar de watergangen. Dat is gunstig voor de waterkwaliteit en maakt de omgeving meer klimaatbestendig. Er ontstaat minder snel wateroverlast en ook minder snel schade door droogte. Alleen bij hevige regenval zal een (klein) deel van het regenwater wegstromen naar watergangen.
Waarom wijkt het stedelijk watersysteem vaak af van het natuurlijke systeem?
Tot laat in de 20e eeuw werd de afvoer van afvalwater in stedelijk gebied bijna altijd gecombineerd met de afvoer van regenwater. Regenwater stroomde meteen het gemengde riool in en werd zo samen met het afvalwater afgevoerd naar een rioolwaterzuivering. Het water kreeg niet de kans om in de grond weg te zakken. Veel van deze gemengde riolering is nog aanwezig in Nederland, ook in de gemeente Gooise Meren. Maar rioolwaterzuiveringen werken minder goed als ze afvalwater moeten verwerken dat gemengd is met regenwater.
Bij hevige regenbuien kunnen gemengde riolen de verwerkingscapaciteit van al dat water vaak niet aan. Daardoor komt er water op straat te staan of wordt het water geloosd in oppervlaktewater. Dit laatste noemen we ook wel riooloverstorten. Riooloverstorten kunnen de waterkwaliteit verslechteren.
Hoe kunnen we het stedelijk watersysteem natuurlijker inrichten?
In Gooise Meren benutten we bij gebiedsontwikkeling zoveel mogelijk kansen om het watersysteem te verbeteren. Zo streven we ernaar om afstromend schoon regenwater schoon te houden, zodat we dit kunnen verwerken in het lokale (grond-)watersysteem. Regenwater houden we zoveel mogelijk gescheiden van afvalwater, door het regenwater af te koppelen. Waar het kan vervangen we verharding door groen, zodat regenwater ter plekke kan wegzakken in de grond. Ook proberen we de buitenruimte slim in te richten, bijvoorbeeld door hoogteverschillen te maken. Zo kan regenwater naar de lagere plekken stromen, waar het tijdelijk kan blijven staan. Verder stimuleren we inwoners om groene daken aan te leggen. Daarmee houden we regenwater langer vast. Tot slot zorgen we dat onze rioolsystemen en infiltratievoorzieningen genoeg water kunnen verwerken, zodat de kans op wateroverlast zo klein mogelijk is. We houden er rekening mee dat er in de toekomst door klimaatverandering meer neerslag kan vallen in korte tijd.
Voorkeursvolgorde maakt omgeving ook droogtebestendiger
De voorkeursvolgorde gaat ook droogte tegen. Dat is belangrijk, want door klimaatverandering krijgen we niet alleen vaker te maken met hevige regenbuien, maar ook met periodes van droogte. Grondwaterstanden kunnen door droogte tijdelijk zakken. Dat kan veel nadelige gevolgen hebben voor de bebouwde omgeving. Gebouwen kunnen beschadigen en er kan meer (ongewenste) kwel ontstaan. Ook spoelen watergangen tijdens droge periodes minder door, waardoor de waterkwaliteit kan verslechteren. Om dit soort nadelige gevolgen van droogte tegen te gaan, willen we het grondwater zo min mogelijk afvoeren.
Materialen
Bij (ver)bouwprojecten kiest u het materiaal dat u nodig heeft. De laatste jaren zijn we meer bewust van het de gevolgen van deze keuzes op het milieu. Dit heet milieubelasting. Bij sommige materialen komt tijdens de productie veel CO2 vrij, andere materialen bestaan soms uit stoffen die schadelijk zijn voor onze gezondheid.
Om deze gevolgen in kaart te brengen is een ‘milieukostenindicator’ beschikbaar. Deze indicator is een berekening van de maatschappelijke kosten van de milieueffecten. De uitkomst wordt ook wel ‘de schaduwprijs van een materiaal’ genoemd. Hoe hoger de schaduwprijs, des te groter de gevolgen voor het milieu van het materiaal. Een lage schaduwprijs is dus een betere keuze.
Naast de milieubelasting van een materiaal, is de voorraad van grondstoffen en materialen eindig. De gemeente wil daarom toe naar een circulaire economie. Dat betekent dat we zo min mogelijk nieuwe grondstoffen gebruiken en er zo min mogelijk vervuiling is bij het (ver)bouwen in de omgeving waarin we leven.
Voor bewust materiaalgebruik zijn verschillende maatregelen mogelijk:
- Duurzame materialen gebruiken, door te kiezen voor materialen met een lage milieubelasting
- Hergebruik van materialen
- Recycle oude materialen
- Biobased materialen gebruiken
- Verbruik weinig door bouwafval te voorkomen en materialen en bestaande bouw zo lang mogelijk te benutten
Verschillen tussen nieuwbouw en bestaande bouw
Het is meestal bij bestaande bouw de beste keuze om een gebouw zo lang mogelijk te gebruiken, en de materialen zo lang mogelijk te benutten.
Voor nieuwbouw geldt dat er juist op materiaalniveau nog veel winst te behalen valt, omdat er veel mogelijkheden zijn om te besparen op energie. Sturen op zowel schaduwprijs als circulariteit zorgt voor maximale winst voor het milieu.
Energie
Naast het zo milieuvriendelijk en circulair mogelijk omgaan met bouwmaterialen, halen we veel winst op duurzaamheid door in te zetten op energiebesparing tijdens het gebruik van het gebouw. Hiervoor zijn 3 mogelijkheden:
Energie besparen
Het energieverbruik van een gebouw kan op verschillende manieren worden beperkt. Er kan efficiënter met energie omgegaan als het gebouw goed is geïsoleerd, HR++ glas heeft of installaties en apparatuur gebruikt met een hoger rendement. Energie kan in sommige gevallen worden hergebruikt. Er komt bij het gebruik van elektriciteit vaak veel energie vrij in de vorm van warmte. Tot slot kan het klimaat in een gebouw aangenaam zijn, zonder dat daar elektriciteit of fossiele brandstoffen te gebruiken. Denk daarbij aan natuurlijke ventilatie of constructies waarbij warmte van de zon wordt gebruikt om het gebouw te verwarmen.
Duurzaam energie opwekken/inkopen
Maak en gebruik ‘groene energie’. Deze energie kan op verschillende manier worden opgewekt. Bijvoorbeeld met zonnepanelen of een zonneboiler. Ook een warmtepomp kan voor de verwarming van het gebouw zorgen.
Fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk inzetten
Als er toch voor fossiele brandstof wordt gekozen, zorg er dan voor dat deze zomin mogelijk en efficiënt mogelijk wordt gebruikt.
Energielabel
Een energielabel laat zien hoe zuinig of verspillend een gebouw of woning is. Je kunt snel zien welke maatregelen de energiebesparing van een gebouw kunnen verbeteren. Het label toont alleen de maatregelen die direct bijdragen aan een gebouw of woning en staat los van het gedrag van mensen.
Ontwikkelaars
Ontwikkelaars maken gebruik van de EnergiePrestatieCoëfficiënt (EPC). Dit is een index die de energetische efficiëntie van nieuwbouw aangeeft. Een EPC-waarde van 1,0 is de prestatie van een gemiddelde woning in 1990. Vanaf januari 2015 is de EPC-norm 0,4, oftewel 40% van het energieverbruik van de referentiewoning uit 1990.
Biodiversiteit
Voor de natuur en biodiversiteit is het belangrijk dat dieren zich kunnen verplaatsen om eten te zoeken, zich voortplanten en er plaats is om rust te vinden. De plaats waar een dier of plant in de omgeving past, heet een biotoop. De biotopen in de gemeente Gooise Meren – in de vorm van tuinen of groenperken – zijn vaak klein en geïsoleerd. Er liggen obstakels tussen, zoals wegen en gebouwen.
In (ver)bouwprojecten is het belangrijk dat er voldoende ruimte is en blijft voor biodiversiteit. Dit kan door biotopen uit te breiden of door verbindingen tussen biotopen te maken. Vaak zijn dit simpele maatregelen die de woning en de omgeving meteen een stuk mooier, gezonder en klimaatadaptiever maken.
Er zijn verschillende mogelijkheden die de biodiversiteit kunnen verbeteren:
- Vergroenen van gebouwen en omgeving
- Kwaliteit verbeteren door bijvoorbeeld nestelplekken te maken en planten de ruimte te geven
- Verbindingen creeeren voor lokale soorten zoals vleermuizen